De door de vakbonden uitgeroepen stakingsdag kende in West-Vlaanderen maar weinig bijval. Dat blijkt uit een rondvraag van Voka West-Vlaanderen bij bedrijven over heel de provincie. Waar de impact bij sommige ondernemingen beperkt was, waren er ook enkele bedrijven in onze provincie die hun productie hebben moeten terugschroeven of zelfs de deuren volledig moesten sluiten. Maar het overgrote deel van de mensen ging gewoon aan de slag.

De drie vakbonden organiseerden woensdag een nationale actie-en stakingsdag omdat ze vinden dat de regering meer maatregelen moet nemen om de koopkracht van werknemers en uitkeringstrekkers te versterken. Zo vragen ze onder meer een prijsplafond op gas en elektriciteit en een uitbreiding van het sociaal tarief naar de lagere middenklasse. Ook moeten er voor de bonden echte loonsverhogingen mogelijk worden bovenop de index.

“We merken dat in West-Vlaanderen het gezond verstand zegevierde en de meeste mensen geen gehoor hebben gegeven aan de oproep van de vakbonden”, stelt Bert Mons, gedelegeerd bestuurder van Voka West-Vlaanderen. “Het is hemeltergend dat de bonden niet inzien hoe ernstig ze onze West-Vlaamse economie schaden met deze actie. De eis voor meer koopkracht – zeg maar meer loon – bovenop de historische hoge loonindexering, is in deze energie- en inflatiecrisis ronduit onbegrijpelijk en wereldvreemd. De beste garantie op koopkracht is een job. En als we zo doorgaan, dreigen we veel banen en dus onze koopkracht kwijt te spelen.”

Uit de markt prijzen
“Een surrealistische eis”, zegt Bert Mons, gedelegeerd bestuurder van Voka West-Vlaanderen. “Door de automatische indexering hebben onze werknemers de beste koopkrachtbescherming van heel Europa. Door de hoge inflatie zullen honderdduizenden mensen uit de privésector via de index in januari meer dan 11% extra loon krijgen. In 2024 komt dat neer op een verwachte loonstijging van 25% voor onze bedrijven, een loonkostfactuur die meer dan 30 miljard euro bedraagt. Onze lonen stijgen 5,7 procent sneller dan in onze buurlanden. Hoe kan je dan in godsnaam om nog meer loon vragen? We prijzen onszelf en onze jobs de markt uit.”

In aanwezigheid van de fine fleur van de West-Vlaamse ondernemers en beleidsmakers werd het NOA belevingscentrum van CEO Paul Renson geopend. Hij verzamelde in het NOA Experience en Inspiration Center liefst 30 bedrijven rond zich die mede hun kunnen demonstreren inzake in- en outdoorbeleving. De monden van de gasten vielen collectief open bij de ouverture van deze ‘Tuin van Eden’. Een verbluffend ondernemersinitiatief gebaseerd op de formule ‘samen sterker’.

Premier Alexander De Croo had de eer en het genoegen NOA officieel te mogen openen. Hij klom ook op het spreekgestoelte en had niets dan lof voor de ondernemerszin van de deelnemende bedrijven en voor initiatiefnemer Paul Renson in het bijzonder.

In zijn toespraak legde De Croo de nadruk op het belang van samenwerken, ondernemerschap en innovatie. “België heeft geen grondstoffen, maar moet het verschil zien te maken met zijn mensen en zijn ondernemerschap”, aldus de premier. “We mogen dan ook fier zijn op een partnership zoals dat van NOA outdoor living, dat het design van eigen bodem breedvoerig in the picture zet. Terecht ook want in outdoor living design zijn we wereldtop.”

Maatschappelijke trend
Het NOA Inspiratiepark liet een diepe indruk op alle aanwezige ondernemers. Het geheel oogt als een moderne ‘Tuin van Eden‘. In totaal biedt het liefst 30.000 vierkante meter.

Paul Renson benadrukte dat dit gezamenlijke initiatief helemaal beantwoordt aan een maatschappelijke trend die wil dat er meer buiten wordt geleefd. “Het is heel simpel: buitenleven is de toekomst”, zo zei Renson tijdens de academische opening. “De natuur doet de mensen goed, geeft hen rust. Die rust, het groen, de natuur dat vind je hier dan ook allemaal terug in het NOA park, terwijl de zuidkant van de site van op de autosnelweg tegelijk ook dynamiek en economie uitstraalt. En dat is voor mij een fantastische combinatie om vandaag mee uit te pakken. We zijn in 2009 gestart met outdoor living, het jaar waarin we als familiebedrijf onze honderdste verjaardag vierden. Vandaag zijn we 13 jaar verder, en ik mag zeggen dat we een fameus parcours afgelegd hebben dankzij een fameus team. Want: mensen, dáár gaat het voor mij om. Klanten, leveranciers, partners en medewerkers: zij zijn het die Renson op de kaart zetten.”

Totaalbeleving, dáár draait alles om in het NOA outdoor living inspiratiepark. Outdoor living in al zijn facetten. “Een buiten leefruimte met alles erop en eraan is meer dan enkel een Renson lamellendak”, aldus nog de door Jan en alleman bejubelde Paul Renson. “Het is fantastisch om te zien wat we hier met verschillende high end merken hebben kunnen neerzetten. Samen zijn we sterker.”

Sinds 25 oktober mag onderdelenspecialist TVH zich SDG Champion noemen. Het bedrijf behaalde namelijk het tweede niveau in het duurzaamheidstraject van het United Nations Institute for Training and Research (UNITAR).In 2020 kreeg TVH – wereldspeler op het vlak van onderdelen voor heftrucks, industriële voertuigen, bouw- en landbouwmachines – als een van de eerste bedrijven in België het UNITAR-certificaat van SDG Pioneer overhandigd. Daarmee werd het internationaal erkend voor duurzaam ondernemen. Concreet oogstte TVH tijdens de laatste audit het meeste lof voor zijn recyclage-inspanningen, ergonomische werkomgeving, en uitgebreide fleet en infrastructuur voor elektrische voertuigen. Nu behaalde TVH ook het volgende niveau: dat van SDG Champion.

Anton Theunynck, Global Sustainability Manager bij TVH: “Duurzaamheid krijgt een strategische plek in ons bedrijf. Dat heeft de jury duidelijk mee overtuigd, net als de keuze om ons voor specifieke SDG’s in te zetten met targets en metingen. Tot slot overtuigde ook ons beleid waarbij belangrijke actoren zoals het bestuur, management en focusgroepen een specifieke rol opnemen, maar wel de nodige kruisbestuiving voorzien. Ook kregen we nog wat huiswerk: de vertaalslag maken naar grotere strategische acties.”

DUURZAAM ONDERNEMEN
UNITAR wil overheden en organisaties een kompas bieden voor duurzaam ondernemen op basis van 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals, of SDG's). Om door UNITAR gecertificeerd te worden in België moet een bedrijf acties realiseren voor alle 17 SDG's én minstens drie jaar op rij het Voka Charter Duurzaam Ondernemen behalen. TVH voldoet aan beide voorwaarden.

Foto: Anton Theunynck (Global Sustainability Manager bij TVH) en Frederik Hanssens (SHE Manager bij TVH) met het SDG Champion-certificaat.

In Ondernemers, het ledenblad van Voka West-Vlaanderen, zingt Georges-Louis Bouchez de lof van het ondernemerschap in het algemeen en van het West-Vlaamse ondernemerschap in het bijzonder. MR-kopstuk Bouchez is jurist van vorming, komt uit een eenvoudig arbeidersgezin uit de regio Bergen en heeft een eindeloze passie voor ondernemers en ondernemerschap, voor werken en altijd deure doen, zo zegt hij zelf. Over het Waalse economisch model heeft hij grote bedenkingen. “Toen mijn ouders hun kleine elektronicazaak moesten sluiten door de opkomst van de grote ketens gingen ze door zwaar weer. Maar ze bleven altijd vechten om de eindjes aan elkaar te knopen. We moeten leren begrijpen dat we de regisseurs en de acteurs zijn van ons eigen leven.”“Om te beginnen moet ik als Belgisch politicus en als voorzitter van een politieke partij aandacht hebben voor het hele land, toch?”, zegt Bouchez in Ondernemers.  “Verder ben ik een liberaal en ben ik er als dusdanig van overtuigd dat het in de eerste plaats de ondernemers zijn die heel het land in belangrijke mate doen draaien, welvaart creëren en ook de staatskassa’s helpen voeden. Ik breng hier hulde aan die groep. Mijn bezoeken aan Vlaamse of West-Vlaamse bedrijven leren me ook dat de zaken hier beter aangepakt worden dan bij ons in Wallonië waar de socialisten tot op vandaag te veel in het verleden zijn blijven hangen en zich verschuilen achter de sluiting van de kolen- en staalindustrie. Sorry, maar ik leef in het heden. Als ik goede ideeën kan oppikken in Vlaanderen, doe ik dat graag. Het Waalse beeld, als zou Vlaanderen een deels gesloten boek zijn, klopt ook helemaal niet.”

“Om te beginnen moet ik als Belgisch politicus en als voorzitter van een politieke partij aandacht hebben voor het hele land, toch?”, zegt Bouchez in Ondernemers.  “Verder ben ik een liberaal en ben ik er als dusdanig van overtuigd dat het in de eerste plaats de ondernemers zijn die heel het land in belangrijke mate doen draaien, welvaart creëren en ook de staatskassa’s helpen voeden. Ik breng hier hulde aan die groep. Mijn bezoeken aan Vlaamse of West-Vlaamse bedrijven leren me ook dat de zaken hier beter aangepakt worden dan bij ons in Wallonië waar de socialisten tot op vandaag te veel in het verleden zijn blijven hangen en zich verschuilen achter de sluiting van de kolen- en staalindustrie. Sorry, maar ik leef in het heden. Als ik goede ideeën kan oppikken in Vlaanderen, doe ik dat graag. Het Waalse beeld, als zou Vlaanderen een deels gesloten boek zijn, klopt ook helemaal niet.”

Wat doet Vlaanderen dan beter?
Op de vraag wat Vlaanderen beter doet, heeft Georges-Louis Bouchez een pasklaar antwoord. “Ik heb respect voor iedereen, maar wie domineert de debatten in de Waalse media? De vakbonden (FGTB, CSC), de solidariteitsorganisaties of ngo’s zoals Greenpeace”, zegt de Waalse liberale politicus. “De mensen horen vooral het linkse discours en dat is niet bepaald pro ondernemerschap. Het eenheidsdenken ‘neutraliseert’ het debat. Het wordt tijd dat de Walen ‘gedecomplexeerd’ worden en andere stemmen horen. Ik excuseer me alvast niet omdat ik liberaal ben, en ben er ook fier op. Ik wil overal verkondigen hoe belangrijk bedrijven zijn voor de welvaart. Heb je de groenen dat al horen zeggen? In Vlaanderen merk ik dat een organisatie als Voka zich openlijk en voortdurend mengt in het politieke debat en maar goed ook. De Union Wallonne des Entreprises (UWE) mag daar een voorbeeld aan nemen en zou meer op het debat moeten wegen. In Vlaanderen zien we al decennia lang hoe het privé kapitaal van grote bedrijven of families de economie vooruit helpen stuwen. In Wallonië gebeuren zulke investeringen veel minder. Al decennia lang rekent Wallonië op het grote geld uit het buitenland, maar als het er op aankomt heb je ook geen zeggenschap meer over de economie. We weten maar al te goed tot welke drama’s dat heeft geleid. Denk maar aan Cockerill of Caterpillar. In Vlaanderen is alles meer endogeen gestuurd. De Vlaamse kmo’s zorgen gemiddeld voor 12 arbeidsplaatsen, de Waalse voor gemiddeld 9. Had men in Wallonië meer ingezet op een ander economisch weefsel, dan zouden we vandaag meer vooruitgang hebben gezien, meer clusters hebben ontdekt met lokale toeleveranciers en meer aanhoudende investeringen hebben genoteerd. Ik nodig Vlaamse investeerders overigens met plezier uit in Wallonië: we hebben goede terreinen, een centrale geografische ligging en opgeleide mensen.”

Onderdelenspecialist TVH behaalde afgelopen dinsdag het Label Sportbedrijf, dat uitgaat van Sport Vlaanderen. Daarmee krijgt het bedrijf erkenning voor zijn investeringen in de gezondheid van medewerkers, met focus op beweging. Zo biedt TVH sportinfrastructuur, gezondheidsscans en groepslessen aan als deel van een ruimer gezondheidsbeleid.

Met zijn uitgebreid gezondheidsbeleid voldoet TVH aan de nodige criteria. Een greep uit de verschillende beweeginitiatieven bij het bedrijf: gratis groepslessen (bv. yoga en bootcamp), sportinfrastructuur (bv. een eigen Finse looppiste en basketbalveld), sportieve uitdagingen (bv. stappenchallenges), een wisselwerkplek met ergonomische zitalternatieven, gezondheidsscans en fietsleasing.

Peter Geiregat (Chief People Officer bij TVH): “De meeste initiatieven kaderen binnen ons interne gezondheidsbeleid genaamd ‘Nudge’. Daarmee geven we collega’s kleine duwtjes in de rug om gezond te leven. Niet alleen op vlak van beweging trouwens, maar ook wat betreft gezonde voeding en mentaal welzijn bijvoorbeeld. Het idee is dat gezonde medewerkers ook positiever, gelukkiger en meer geëngageerd zijn in hun job.”

UNIEKE KANSEN
In 2021 voegde TVH een uniek traject toe aan zijn aanbod. 20 collega’s kregen de kans in te stappen in een levensveranderend programma: deze Nudge Stars kregen zes maanden lang professionele begeleiding als voorbereiding op een kwarttriatlon.

Niki Mistiaen (Employee Happiness Advisor bij TVH): “We gingen all out: collega’s uit het buitenland overvliegen, persoonlijke coaching, sportoufits in de TVH-kleuren, noem maar op. In mei werd het traject succesvol afgerond, in december start alweer een nieuwe generatie Nudge Stars. En volgend jaar kunnen TVH-collega’s zich opnieuw opgeven voor een derde editie. Deel van de opzet is om ook andere collega’s hiermee te nudgen en inspireren om meer te sporten. Alle collega’s konden het verhaal van de Nudge Stars volgen en dat zorgde voor een unieke vibe in heel het bedrijf, met enthousiaste supporters op het triatlonevent zelf.”

SPORTBEDRIJF VAN HET JAAR
TVH blijft ambitieus en wil ook de volgende horde nemen: de award ‘Sportbedrijf van het jaar’. Die is weggelegd voor de meest creatieve, innoverende bedrijven die bijdragen tot fittere en gezondere werknemers. “Een extra kans om ons te onderscheiden als werkgever,” klinkt het nog.

Uniek ‘NOA outdoor living’ inspiratiepark kers op de taart van nieuwe Renson outdoor site
De productie van Renson ‘buitenleefruimtes’ is er al even op snelheid en ook de kantoren zijn al een half jaar bemand. Maar vanaf november opent op de gloednieuwe Renson outdoor site in Kruisem / Nazareth (België) onder de naam ‘NOA outdoor living’ ook een indrukwekkend inspiratiepark zijn deuren. Een initiatief van Renson dat er – samen met meer dan 30 andere merken in ‘high-end outdoor living’ – uitpakt met 12 realistische tuinen. Die dompelen je als bezoeker onder in het summum van ‘buitenleven’.
NOA outdoor living: unieke totaalbeleving
Dat Renson vol inzet op buitenleven hoeft niet te verbazen, nu dat volop ‘in’ is. Maar de trendsetter in ‘buitenleefruimtes’ kijkt verder dan enkel terrasoverkappingen. ‘Outdoor living’ is immers meer dan een productgroep voor Renson als Belgisch familiebedrijf dat zich verder ook specialiseert in zonwering en ventilatie. Buitenleven draait om totaalbeleving en dat straalt de nieuwe site op elk vlak uit. Het impressionante gebouw zelf – een ontwerp van Binst Architects – is opgevat als een ‘tuinpaviljoen XXL’ langs de E17 autosnelweg. De 380 m lange gevel is bekleed met natuurlijke elementen, zoals groen en boomstammen. En met NOA outdoor living is Renson ook initiatiefnemer van het indrukwekkende inspiratiepark waar het met meer dan 30 andere high-end outdoor living merken de krachten bundelt op 30.000 m² aan totaalbeleving.
“Met NOA outdoor living hebben we een uniek concept op poten gezet, waar we erg trots op zijn”, zegt CEO Paul Renson. “Bezoekers krijgen hier 12 compleet ingerichte tuinen te zien die een realistisch beeld geven van de eindeloze mogelijkheden op het vlak van buitenleven. En dat hebben we helemaal te danken aan de fantastische samenwerking tussen de deelnemende merken. Dit is dan ook een unieke manier om buitenleven in al zijn facetten te komen ontdekken. Mensen, maar ook ondernemingen en overheden zijn nu eenmaal op zoek naar het totaalplaatje in buitenleefruimtes, niet naar één product op zich.”

Futureproof Renson productiesite
Met NOA outdoor living werd nu ook de laatste fase van de nieuwe Renson site opgeleverd. De productie van terrasoverkappingen en alle bijbehorende accessoires (waaronder ook de pakketbrievenbussen van dochterbedrijf eSafe) was er eerder al goed op snelheid. In 2021 verhuisde die al van thuisstad Waregem 10 km verderop naar deze nieuwe thuis in Kruisem / Nazareth. De productie wordt er volledig digitaal aangestuurd en toont zijn innovatieve karakter in de dagelijkse flow.
“We onderscheiden ons met standaardisatie in maatwerk”, legt Dieter Heyman (General Manager Renson Outdoor) uit. “Op basis van de wensen van zijn of haar klant, stuurt een Renson verdeler van waar ook ter wereld met één muisklik de unieke configuratie van een terrasoverkapping door voor productie in deze fabriek. Die productie van maatwerk wordt hier van begin tot einde digitaal aangestuurd om die zo gestandaardiseerd mogelijk te laten verlopen. Enkel zo konden we deze investering in onze thuisregio doen. Tegelijk creëren we zo ook toegevoegde waarde voor de mensen die hier aan de slag gaan, want het is nu eenmaal niet gemakkelijk om medewerkers te vinden in deze regio.”
In deze nieuwe outdoor productie site worden voortaan dan ook alle Renson buitenproducten voor wereldwijde export gemaakt. Van terrasoverkappingen, carports en alle bijbehorende accessoires zoals verlichting, schuifpanelen, plantenbakken, zitbanken en andere design tuinelementen: de nieuwe productiesite kan een capaciteit aan die 3 keer groter is dan wat voorheen aan ‘outdoor living’ geproduceerd kon worden in Waregem. Uiteraard gaat er nog meer schuil achter de indrukwekkende gevel van 380 meter langs de autosnelweg. Naast de productie vind je er ook een Renson-testcentrum en trainingsfaciliteiten, allemaal van de hand van Embo Architecten. Binst Architects nam kantoren, NOA outdoor living experience center en ‘landmark’ voor zijn rekening.

Zero energy impact
Op technisch vlak is deze nieuwe site er één die natuur ‘ademt’, letterlijk en figuurlijk. Want achter de indrukwekkende façade gaat een ‘zero energy impact’ project schuil, zelf voorzienend in water- en energieverbruik, met de meest duurzame technieken voor gezond en comfortabel leven en werken: ‘Creating Healthy Spaces’ in de praktijk.

Van deze productiesite gaat er geen industrieel afvalwater naar riolen of oppervlaktewater. Maar liefst 95% van het afvalwater uit de lakstraat wordt bovendien via een verdamper gerecupereerd om er de profielen te spoelen na het voorbehandelingsproces. De energie voor die verdamper wordt mee opgewekt via de 6700 zonnepanelen op het dak. Maar de verwaarloosbare ecologische voetafdruk heeft deze productiesite ook te danken aan het feit dat (ook al in de lakstraat) de restwarmte van de moffeloven hergebruikt wordt om het voorbehandelingswater voor te verwarmen. Zo wordt amper nog gas gebruikt om die baden op te warmen. Het intelligente ‘Aorta tussenbuffermagazijn’ zorgt op zijn beurt dan weer voor kleuroptimalisatie in de lakstraat. Minder kleurwissels betekent niet alleen een beter rendement, maar ook minder spoelingen én poederlak.

Buitenleven zit in de lift
113 jaar al gaat Renson voluit voor zijn gekende baseline ‘Creating healthy spaces’. Waar het in 1909 initieel begon als fabrikant van raam- en deurbeslag, was het later vooral met ventilatie en zonwering dat die slogan concreet vorm kreeg. Het innovatieve streven naar slimme, natuurlijke oplossingen voor een gezond en comfortabel binnenklimaat was daarbij altijd de belangrijkste drijfveer. Anno 2022 is ook ‘outdoor living’ een stevige pijler geworden binnen Renson, dat als merk intussen wereldwijd steeds steviger voet aan de grond krijgt. Want buitenleven is ‘in’, veel mensen willen wereldwijd ‘terug naar de natuur’ en de grenzen tussen binnen en buiten vervagen steeds meer. Comfortabel buiten kunnen leven staat dan ook meer dan ooit op de agenda van velen en de nood aan extra productie- en belevingsruimte werd groot. Met de gloednieuwe outdoor site beantwoordt Renson perfect aan die noden in de markt.

Outdoor Experience Center in cijfers
- 380 m lange gevel langs de E17 autosnelweg
- 10 ha (100.000 m²): totale oppervlakte van de Renson outdoor site (Renson outdoor + NOA outdoor living)
- 45.000 m²: footprint Renson outdoor productiesite
- 65.000 m²: totale oppervlakte Renson outdoor productiesite (verdeeld over 3 bouwlagen)
- 2.500 m²: totale oppervlakte Renson outdoor kantoren
- 2.000 m² glas zonder zonwerende coatings zorgt in de kantoren ’s winters voor maximale zonnewinsten in combinatie met performante buitenzonwering
- 30.000 m²: totale oppervlakte NOA outdoor living inspiratiepark (waarvan 25.000 m² buiten en 5000 m² binnen)
- April 2019: start werken
- Oktober 2022: oplevering werken
- 250: aantal FTE’s ter plaatse (100 bedienden en 150 arbeiders), waarvan 150 nieuwe aanwervingen.
- 75 miljoen euro: totaal investeringsbedrag
- 1,7 miljoen liter hemelwater  kan er opgevangen en gerecupereerd worden onder het productiegebouw (en in 2 bijkomende regenwaterreservoirs van 540.000 liter elk onder het NOA park), waardoor het gebruik van leidingwater beperkt wordt tot het strikt noodzakelijke. Daarnaast wordt ook alle proceswater lokaal gezuiverd en gerecupereerd.
- 6.700 zonnepanelen zijn goed voor 2 Megawatt stroom, zodat deze site nauwelijks energie van het net nodig heeft.
- 3 x meer productiecapaciteit dan de outdoor living productiecapaciteit voorheen in Waregem.
- 95% van het afvalwater uit de lakstraat in productie wordt gerecupereerd voor het spoelen van de profielen in de voorbehandeling.
- 120 boringen van 100 m diep (BEO-veld) zorgen voor alle warmte- en koelvoorzieningen. Dit BEO veld is gekoppeld aan een BKA (betonkernactivering) plafond, vloerverwarming en luchtgroep voor de kantoren en NOA binnenruimte. Ventilo-convectoren worden kortstondig ingezet om pieken op te vangen in de kantoren.